Eens was de kruidenteelt in Noordwijk beroemd en tot ver over de landsgrenzen bekend. De doktoren van vroeger waren aangewezen op de kruiden die men in de natuur kon vinden; vooral in de zuidelijker gelegen landen was men al lang geleden begonnen met het kweken van kruiden. Dat nu juist Noordwijk zo’n sterke ontwikkeling van de kruidenteelt meemaakte was in de eerste plaats te danken aan de gunstige bodemgesteldheid die er voor zorgde dat veel kruiden zich hier van nature konden thuis voelen. Een tweede factor was de aanwezigheid van verschillende kloosters in Noordwijk en omgeving, waar de werkelijke teelt van kruiden zijn oorsprong heeft gevonden.

Een derde aanleiding tot de ontwikkeling van de kruidenteelt was het ontstaan en de verdere opkomst van de Leidse Universiteit. Geleerden als Rembert Dodoens en Herman Boerhaave, beiden hoogleraar te Leiden, hebben door hun onderzoek een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de toepassing en teelt van medicinale kruiden.

De kruidenteelt/kruidenhandel was in de 18e eeuw voor Noordwijk even belangrijk als later de bollenhandel is geworden. Noordwijk was in die tijd de belangrijkste kruidentuin van Nederland. Wekelijks ging er een speciale kruidenschuit van Noordwijk naar onder andere Amsterdam, waar vele apothekers en drogisten de afnemers waren. Steeds beroemder werden Noordwijks kruiden, zodat de winkeliers bordjes voor hun raam hingen waarop hun waren als Noordwijkse kruiden werden aangeprezen.