De Nieuwe Algemene begraafplaats werd aangelegd in 1882. De begraafplaats is toegankelijk via een toegangshek tussen twee hekpijlers. Het toegangshek staat in de middenas van het oudste gedeelte van de begraafplaats.
Op de begraafplaats bevinden zich onder meer een baarhuis en verschillende grafkelders uit het begin van de 20e eeuw. Het toegangshek, baarhuis en de grafkelders zijn gerestaureerd. Het zijn Rijksmonumenten .
Het baarhuis is een vrijstaand éénlaags gebouwtje, opgetrokken van gepleisterde ijsselsteentjes met schijnvoegen onder een met gesmoorde Tuile du Nordpannen gedekt zadeldak, voorzien van ijzeren, op steunen rustende goten. De getoogde opgeklampte dubbele deur is geplaatst binnen een vooruitspringende puntgevel, geflankeerd door lisenen met aan weerszijden smalle langsgevel delen.
De oudste grafkelder werd opgericht voor scheepsbouwer K. Smit (1892), de overige zijn voor A. de Jong (1902), reder P. van der Hoog (1903) en de familie Boogaerdt. De grafkelders bestaan uit een tombe van gepleisterde baksteen onder een halfronde afdekplaat met dakleer en een monumentale entree. De getoogde ijzeren deur is omgeven door een hoofdgestel met tandlijst en fronton.
Op de begraafplaats liggen ook verschillende oude grafzerken uit de 18e eeuw, deze komen uit de oude kerk die in 1939 is afgebroken. Deze grafzerken zijn gemeentelijke monumenten, door de tand des tijd zijn ze inmiddels moeilijk leesbaar.
Twee grafzerken zijn ingemetseld in de muur van de aula, deze zijn van reder en hoogheemraad Gerret van Holst Krynszoon (1720-1790) en commandeur Michel Ockersz Hoogerzeyl (1698-1779). Zij zijn bekend van de Krimpense rederij Van Holst die op walvisvaart ging (1714-1786).
De Algemene begraafplaats is ieder dag te bezoeken.