De kerk van Zandvoort heeft in een oorsprong Middeleeuwse toren, die vermoedelijk teruggaat op de late 15e eeuw. Het kruisribgewelf onder de toren met spaarnissen is oud, evenals de kerkklok uit 1493, die de naam `Jhesus’ draagt en een van de oudste klokken in de provincie Noord-Holland is. Vermoedelijk stond op de huidige plek al een eerdere kerk rond-1300. In 1604-1609 werd de kerk hersteld van de schade uit de 80-jarige oorlog en op kosten van de Staten-Generaal ‘ingericht voor de hervormde eredienst’.
De eerste predikant Johannes Marcus, kwam al in de 16e eeuw naar Zandvoort en werd bevestigd in 1586. Na zijn dood in 1611 werd hij in de kerk begraven. Zijn grafsteen ligt aan de voet van de kansel. Het interieur van de kerk telt een aantal monumentale onderdelen: het doopvont uit 1655, de kanselbijbel uit 1682 en de fraaie marmeren grafkapel Paulus Loot, vanaf 1723 Heer van Zandvoort. Hij liet de kerk in 1723-1728 grondig opknappen en uitbreiden met de kapel. De monumentale herenbank met familiewapens stond tot 1965 tegenover de kapel, tussen andere banken langs de noordwand.
Het fraaie knippscheerorgel dateert uit 1849 en is rijksmonument. Bij een januaristorm in 1905 strandde het Engelse stoomschip S.S. Alba, gevuld met mais, voor de kust van Zandvoort.