Activiteit

Kinderstadswandeling, digitaal

Adres

Varkensmarkt 7, Culemborg

Een stadswandeling speciaal voor kinderen langs tien historische plekken in de binnenstad van Culemborg, waarbij je via je smartphone of tablet met internet het verleden tot leven kan laten komen.

Er staan kleurrijke palen door de binnenstad met een QR-code erop. Scan deze QR-code en laat je meenemen door Metje.

Metje is een meisje dat vroeger in de binnenstad woonde. Zij neemt jou mee langs tien bijzondere plekken en vertelt je verhalen door filmpjes, liedjes en toneelstukjes te laten zien en horen op je smartphone (neem je koptelefoon of oortjes dus mee!). De wandeling is gemaakt door leerlingen en oud-leerlingen van O.R.S. Lek en Linge.

Je kunt de wandeling b.v. beginnen bij het paaltje van de Nieuwstad op de Varkensmarkt bij de Pomp en dan langs alle andere paaltjes lopen.

Nieuwstad
Dit deel van Culemborg heet de Nieuwstad. Er staan nog een wat erg oude boerderijen.
Het land in de omgeving van Culemborg is drassig. Boeren zoeken het daarom hogerop, op drogere zandgrond. Zo ontstaat het dorp Lanxmeer. Dat lag aan het eind van de Zandstraat.
Als marktplaats Culemborg groter wordt in de 13e en 14e  eeuw, komen er steeds meer mensen wonen in het dorpje Lanxmeer. Ze bouwen huizen links en rechts van de Zandstraat en van de Varkensmarkt. Het dorp Lanxmeer wordt opgeslokt. Dat hele nieuwe stuk naast de oude stad heet Nieuwstad en hoort vanaf 1400 bij Culenborch. Filmpje: Metje in Nieuwstad

Binnenpoort
Vroeger was dit een buitenpoort die ‘s nachts dicht ging om ongure types buiten te houden. Hij heette de Lanxmeerse poort, want als je er doorheen ging, kwam je uit in Lanxmeer. In de 14e eeuw ging Lanxmeer bij Culemborg horen en kwam deze buitenpoort binnen in de stad te liggen en werd zo de Binnenpoort. Binnen in de Binnenpoort was een gevangenis. Daar werden verdachten opgesloten om te wachten op hun rechtszaak. Als ze werden veroordeeld kregen ze een lijfstraf. “Au!”
Filmpje: Metje bij de Binnenpoort

Poppendanstoren
In de 14e eeuw bouwen de Culemborgers een muur om de stad. En ze graven een gracht. Ter bescherming. Tegen rovers en andere boeven. Op deze plek stond een wachttoren op de muur. De torenwachters waren bewakers. Vanuit de hoogte konden ze ver kijken om te zien of er gevaar dreigde. Iedereen wist: als rovers de stad binnenvallen heb je de poppen aan het dansen.
De toren dankt zijn naam aan één van de torenwachters, mijnheer Poppendam. Dus heette het de Poppendamstoren. En dat veranderde snel in Poppendanstoren.
Filmpje: Metje bij de Poppendamstoren

Barbarakerk
Barbara leefde in de tweede eeuw na Christus in wat nu Turkije is. Daar woonde ze in een toren, opgesloten door haar eigen vader omdat die vond dat ze te populair bij de jongens was. Toen Barbara zich tot het Christendom bekeerde was haar vader razend, en heeft hij haar in withete woede onthoofd. Maar God straft meteen, en de vader werd op zijn beurt door een bliksemschicht gedood.
Vanaf 1421 is Sint Barbara de beschermheilige van Culemborg, en er zijn dan ook maar liefst twee Barbarakerken in de stad en vele heilige beelden. Bij zo’n beeld kon je een kaarsje aansteken voor geluk.
Buiten Culemborg is ze ook beschermheilige van veel andere middeleeuwse steden. Barbara is dus nog steeds erg populair.
Filmpje: Metje bij de Barbarakerk

De Markt
Culemborg begon als marktplaats. Maar dan een echte, zonder internet. Boeren en kooplui kwamen hier bij elkaar om producten te kopen en verkopen. Mensen blijven hangen rond de marktplaats. Beginnen “winkeltjes”. Gaan er wonen. Zo groeit Culemborg snel uit tot een flink dorp.
Op de Markt werd ook recht gesproken. Voor straf kon iemand ‘aan de kaak worden gesteld’. De kaak was een schandpaal, waaraan je werd vastgebonden. Dan stond je dus voor paal. Als je het heel bont had gemaakt, werd gewoon je hand afgehakt. Of je kop. Dat gebeurde meestal op de ‘blauwe steen’, die recht voor het huidige stadhuis ligt. Als je goed kijkt, zie je de bloedvlekken nog.
Filmpje: Metje op de Markt

Het oude Stadhuis
In 1318 krijgt het dorp stadsrechten van heer Johan I van Culemborg. Burgers mogen zelf de stad besturen. Er komt een stadbestuur in het raadhuis. Ook mag het bestuur rechtspreken. Dat gebeurt buiten, in de open lucht bij de ‘dingbank’. Als er gedoe was kwam er een geding, een rechtszaak.
Filmpje: Metje bij het Oude Stadhuis

Kasteel Culemborg
De plaats waar jij nu staat was in het jaar 1350 net zo leeg als nu. Toen stond hier een man: Johan de Tweede. Hij is de Heer van Culemborg. Maar wat is een Heer zonder kasteel? In elk geval geen kasteelheer. Dus Johan zegt: Hier komt mijn kasteel. Ik bouw een burcht. Dat doet Johan natuurlijk niet zelf. Daar heeft de Heer zijn knechten voor. Ze sjouwen met stenen en bouwen dikke muren: de hoofdburcht. Daar omheen graven ze een brede gracht. Niemand komt hier zomaar binnen. Voor de zekerheid en ter verdediging bouwen ze ook nog een voorburcht. Daar moet een vijand eerst langs. Ook komen er stallen voor de paarden.
Maar de oorlogen worden ook groter en minder fijn. Het kasteel krijgt het zwaar. Het raakt steeds meer beschadigd. Zo erg, dat het in de 17e eeuw te duur is om te herstellen. De kasteelheer van toen verhuist. De dikke muren brokkelen af. Rond 1812 is het kasteel verdwenen. Het is weer net zo leeg als nu.
Filmpje: Metje bij Het Kasteel

De Vismarkt
Op de Vismarkt werd vis verkocht. Logisch. De Vismarkt waar je nu voor staat is niet de eerste. Maar je kunt wel goed zien hoe een vismarkt er vroeger uitzag. De vis werd vaak verkocht door de vrouwen van de vissers: de visvrouwen. Die stonden op de markt de roepen: ‘Mijn vis is vers!’ De één nog harder dan de ander: ‘HIERRRR moet je zijn!’ Of ze scholden de buurvisvrouw uit: ‘Haar vis is verrot!!’ Dan werd het ruzie tussen kijvende “viswijven”.
Die viswijven spelen een rol in het middeleeuwse verhaal dat je zo zal horen. Het speelt zich af op de ‘Oude Vismarkt’, naast het stadhuis tegenover de HEMA. Het straatnaambordje herinnert daar nog aan.
Filmpje: Metje op de Vismarkt

De Achterstraat
Lang geleden woonde Metje samen met haar moeder in Kuilenburg, de plaats die jullie nu kennen als Culemborg. “Elke week brengen wij ons graan in onze kar naar de Molenaar” vertelt Metje. Bij hem moeten wij verplicht ons graan laten malen tot meel. De Molenaar mag dan als betaling meel uit de zakken scheppen. Maar hij pikt stiekem veel meer meel dan is afgesproken. “Dat is zo oneerlijk!” Mijn moeder zegt dat het leven nou eenmaal niet eerlijk is voor arme mensen zoals wij.
Op een dag waren de regels opeens veranderd! Nu mogen we ook onze eigen kar niet meer gebruiken. Maar die hadden we er speciaal voor gekocht. Hij was hartstikke duur. Nu moeten we de kar van de molenaar gebruiken. Zal wel weer een list zijn om nog meer geld te verdienen.
Filmpje: Metje in de Achterstraat

Elisabeth Weeshuis
Als een Culemborgs kind geen vader en moeder meer had, konden ze wonen in het Elisabeth Weeshuis in de Herenstraat. Bijna vierhonderd jaar lang ging dat zo. Er was plaats voor 24 jongens en 24 meisjes. Je kwam er niet zomaar in. Je moest minstens 6 jaar zijn. En per gezin maximaal twee kinderen. Dus als je het derde of vierde of achtste kind was, had je pech. Daarom zit het Weeshuis lang niet altijd vol.  Jongens en meisjes wonen apart, maar eten wel samen. Het is er streng en je gaat naar school om een beroep te leren. Zodat je later jezelf kunt redden.
Het weeshuis is genoemd naar de vrouwe Elisabeth van Culemborg. Zij had zelf geen kinderen. Ze was rijk en met het geld van haar erfenis is het Weeshuis gebouwd. Filmpje: Metje bij het Elisabeth Weeshuis

 

Deel deze activiteit

Adres

Varkensmarkt 7, Culemborg
bekijk alle activiteiten in
Culemborg