D54 is gebouwd tussen 3400 en 3100 v.Chr. en wordt net als D53 toegeschreven aan de trechterbekercultuur.
Hunebed D54 telt zes dekstenen, waarvan er vier volledig op de draagstenen rusten. De oostelijkste deksteen ontbreekt, evenals de sluitsteen eronder. Aan de westelijke zijde zijn drie sluitstenen. Wel zijn alle veertien draagstenen aanwezig. Ook is er nog een poortzijsteen te vinden. De poort is naar het zuidoosten gericht. Het hunebed is 12,7 bij 3,3 meter groot en is oostzuidoost – westzuidwest georiënteerd en kleiner als het nabijgelegen D53.
Het hunebed wordt genoemd in een reisverslag van Andries Schoenmaker in 1732. In de 19e eeuw kocht de Staat der Nederlanden het hunebed van de boermarke van Havelte. Het hunebed staat, samen met D53, vermeld op een Franse kaart (uit 1811–1813 van het Corps Impérial des Ingénieurs Géographes) als Anciennes Sépultures des Huns couvertes de Grosses Pierres Granitique.
Het hunebed is (samen met hunebed D53) afgebeeld op een aquarel van J. Dijkstra uit circa 1942. Deze werd als schoolplaat gebruikt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd een vliegveld aangelegd door de Duitsers. Het hunebed werd onder een laag zand begraven, zodat het niet kon worden gebruikt als herkenningspunt door de geallieerden. Na de oorlog werd deze heuvel weer afgegraven.