De grafkapel naast de kerk stamt uit 1954 en was oorspronkelijk bedoeld om ook vrouwen, die een mannenklooster niet mochten binnengaan, de gelegenheid te geven te bidden bij het graf van het ‘Heilig Bruurke’. Broeder Everardus Witte (1868 -1950), beter bekend als het Heilig Bruurke, was portier in het Franciscanerklooster van 1899 tot 1929 en verbleef in dit klooster tot aan zijn dood in 1950. Hij had een eenvoudige levenswijze en kwam vooral in zijn gebeden op voor de onderkant van de Megense gemeenschap. Na zijn dood werd hij daarvoor vereerd met een eigen kapel, waar nu nog dagelijks mensen in zijn mouwen of kraag een briefje met een wens achterlaten. Deze briefjes worden door de franciscanen betrokken in de eucharistievieringen. De kapel ligt naast de kloosterkerk.