Het witte kerkje van Den Hoorn is waarschijnlijk het meest gefotografeerde bouwwerk op Texel. Het werd gebouwd tussen 1425 en 1450. Sindsdien is de slanke toren een vertrouwd baken voor zeelui en landrotten op de zuidpunt van Texel. De kerkklok werd in 1448 gegoten door de Utrechtse bronsgieter Ricout Butendicc. Dat heeft in die tijd een kapitaal gekost!
Baken voor de scheepvaart
Al in de Middeleeuwen bevoeren Nederlandse schepen eerst de Europese wateren en vervolgens de wereldzeeën. In verband met de verraderlijke banken voor de kust en de Rede van Texel aan de zuid- en de oostkant van het eiland, werd Den Hoorn een centrum voor scheepsloodsen. Zo woonden er in de 18e eeuw 99 loodsen in Den Hoorn. De Texelse loodsen voeren in de 17e eeuw tot voorbij het Engels Kanaal om rijk beladen vrachtschepen naar binnen en naar buiten te loodsen. In 1783 beloodsten ze bij Texel nog 1805 schepen. De aanleg van het Noord-Hollands kanaal en Noordzeekanaal maakten een eind aan dat drukke scheepvaartverkeer bij Texel. Nog steeds is de kerk een baken voor de zeevaart. Daartoe werden enkele jaren geleden de drie knipperlichten vervangen door een vast wit licht dat aan de randen groen en rood (stuur- en bakboord) schijnt. Daarmee bepaalt een stuurman zijn koers vanaf de Noordzee naar het Marsdiep.
Restauraties
Architect C. Royaards restaureerde de kerk in 1957. Hij liet de oude consistoriekamer vervangen en een fraaie schouw met Harlinger tegels aanbrengen. Die waren afkomstig uit een in de 18e eeuw door een Texelse commandeur ter walvisvaart verfraaide woning in Oosterend. Het Schreuerorgel uit 1857 is in 2016 gerestaureerd. Het dorp Den Hoorn financierde deze restauratie helemaal en droeg ook steeds bij aan andere restauraties. In 2021 werd een tweede luidklok, de Jacob, in de toren geplaatst.