Op de plaats waar nu de Windlust staat, heeft vanaf ongeveer 1625 een wipkorenmolen gestaan. Toen die molen gebouwd werd, stonden er in Nootdorp 28 huizen. Deze wipkorenmolen werd in 1880 gekocht door Huibert Blonk, molenaar in Zegwaard (Zoetermeer). Zijn oudste zoon Arend werd de molenaar van de Nootdorpse Windlust. In 1885 kocht Huibert de gepotdekselde kap (planken over elkaar heen) , achtkantige run- en snuifmolen Windlust die in 1781 op de Hopsteegse toren van de stadswal van Delft gebouwd was.
De bovenbouw is in 1885 verplaatst naar Nootdorp. Daar werd de Windlust als korenmolen weer in elkaar gezet en heeft toen een rietgedekte kap gekregen.