Het huis van de familie Bisdom van Vliet is een 19e eeuws woonhuis van een rijke patriciërsfamilie met 325 jaar familiegeschiedenis. Sinds het overlijden van Paulina Maria Bisdom van Vliet (1840-1923), de laatste telg van een oude regentenfamilie, is er niets meer veranderd in het huis. Zij liet een adembenemende collectie meubels, zilver, boeken en schilderijen na. Het interieur is nog geheel authentiek. De sfeer wordt bepaald door de weelde en smaak van het fin de siecle en is een icoon uit deze periode.
Paulina Maria le Fèvre de Montigny – Bisdom van Vliet is de volledige naam van de zeer welgestelde dame die het huis als laatste telg van het geslacht bewoonde. Het huis dat haar vader tussen 1874 en 1877 liet bouwen op de plek van het eerdere familiehuis uit de 17e eeuw. Het interieur laat duidelijk zien welke kunst- en gebruiksvoorwerpen iemand van stand zoal om zich heen kon hebben.
De meubels in allerlei neostijlen waren destijds modern, maar Paulina had ook veel antiek om zich heen. Ruim 300 jaar familiegeschiedenis in meubels, schilderijen, zilver, porselein en meer. De wijze waarop de voorwerpen door Paulina zijn neergezet en opgehangen is nauwelijks veranderd sinds zij hier woonde. Zelfs de aantekeningenboekjes in de lades liggen nog op hun plaats. In de achtertuin staat de oudste rode beuk van Nederland uit 1692.
Lopend over de originele 19e-eeuwse Deventer tapijten en luisterend naar het tikken van de kloken is een bezoek aan het museum een heel bijzondere ervaring. Het komt zeer dicht in de buurt van hoe het werkelijk moet zijn geweest om op bezoek te gaan bij een dame uit een plaatselijke regentenfamilie.
Tijdens het weekend van 9 en 10 september biedt museum Paulina Bisdom van Vliet gratis rondleidingen op vaste tijden, steeds voor maximaal 20 personen. Buiten deze tijden ontvangt het museum geen bezoekers. De gratis rondleidingen staan gepland om 11.00 uur, 12.30 uur, 14.00 uur, en 15.30 uur. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt en vol is vol.
”Het lijkt alsof mevrouw even uit is met de koets. Ze zou zo weer binnen kunnen komen…”