Het oude dorp Velsen kent een lange geschiedenis die tenminste teruggaat naar de stichting van de eerste kerk in de 7de eeuw. Deze houten kerk werd in de 12de eeuw vervangen door de Engelmunduskerk, het eerste stenen bouwwerk in het dorp.
In de middeleeuwen groeide het dorp uit tot een kleine nederzetting met houten huizen. De inwoners leefden van de visserij, de vee- en fruitteelt en van het winnen van schelpen voor de productie van kalk.
In de 17de en 18de eeuw veranderde er veel toen Amsterdamse kooplui en regenten in het gebied rond Velsen een buitenplaats lieten bouwen. De buitens betekenden welvaart voor het dorp en veel van de houten huizen werden vervangen door stenen gebouwen. Het dorp heeft nu een voornamelijk 18de-eeuws aanzien. Na meerdere verbredingen van het Noordzeekanaal in de 20ste eeuw is het dorp uiteindelijk gehalveerd.
De oude dorpskern is een door het rijk beschermd dorpsgezicht.